Niets doen is het moeilijkste wat er is. Gewoon zitten of liggen staren. Zonder muziek, radio, televisie, krantje of boek. Zonder te mediteren. Gewoon afwachten wat er in je opkomt en dat weer naar de achtergrond laten verdwijnen. Onmogelijk.
‘Hoe deden ze dat vroeger?’ hoor ik mezelf soms denken. De onmogelijkheid van het niets doen wijt ik namelijk graag aan alle afleiding die we nu hebben. Een avondje niksen staat synoniem voor bingewatchen. Vroeger vond ik zondagen tergend saai. Omdat er geen afleiding was.
Geestelijke detox
Nu verlang ik soms terug naar die saaiheid. Het gevoel dat je echt even niks kon bedenken om te doen en dus maar voor je uit ging zitten staren. Waarom kon dat toen wel? Verveling heeft een negatieve lading gekregen terwijl het een detox van je onrust is. Om met hippe termen te spreken.
'Loze momenten zien als investering'
Want daar zit het ‘m bij mij: die onophoudelijke onrust. Ik blijf het voeden door er invulling aan te geven met gedachteloos geswipe. Ik moet het omdraaien en die loze momenten gaan zien als investering. Want dat is het als je schijfruimte in je hoofd vrijmaakt.